Deze website maakt, om uw ervaring te kunnen verbeteren, gebruik van cookies. Door deze website te bezoeken gaat u akkoord met het gebruik van deze cookies. Meer informatie.
Schroeven
Naast bouten zijn er ook heel wat schroeven voorhanden als bevestigings- en verstevigingsmateriaal. Anders dan bij bouten, is er hier geen extra versteviging nodig. Net als bij bouten is het bij gebruik van schroeven in harde materialen toch best om voor te boren, al zijn er ook heel wat zelfborende alternatieven op de markt.
Schroefkoppen
Voor verschillende soorten schroeven bestaan ook verschillende kopvormen:
v.l.n.r.: Phillips-uitvoering - Pozidriv-uitvoering - Torx-uitvoering - vierkante kop - zeshoekige kop - sleufkop
Op basis van aandrijfpunten
- Een Phillips-uitvoering (PH), of kruiskop. Deze bestaat uit vier aandrijfpunten.
- De Pozidriv-schroef (PZ) heeft ook een kruiskop, maar dan met meer aandrijfpunten. Hier is er nog een extra sterretje in gemarkeerd.
- Dan heb je nog de Torxkop (T), deze heeft een stervormige uitvoering met 6 hoekpunten aandrijfpunten.
- Er zijn ook schroeven die met een inbussleutel vastgedraaid kunnen worden, met een vierkante of zeshoekige (H) - dus niet stervormige - kop.
- Er is verder ook nog de sleufkop, die wordt vastgedraaid met een platte schroevendraaier
v.l.n.r.: verzonken kop - platte kop - cilinderkop - eentoerige kop - lenskop - bolle kop
Op basis van kopvorm
- Een verzonken kop, met een schuin aflopend gedeelde onder de kop, zorgt ervoor dat schroeven mooi in zachte materialen zoals vurenhout kunnen verzinken.
- Een platte kop blijft op het hout liggen en gaat de twee te verbinden delen samentrekken.
- Verder heb je ook de cilinderkop, deze is een iets dikkere versie van de platte kop.
- De eentoerige schroefkop kan slechts in één richting worden ingedraaid en niet meer worden teruggedraaid. Deze is niet terug te draaien na het aanbrengen zonder schroef en ondergrond te beschadigen.
- Je hebt ook koppen met verzinkribben, die zich in het hout trekken. Een verzonken kop doet dit niet automatisch, hiervoor moet je eerst met een verzinkboor aan de slag.
- Je kan ten slotte ook gaan voor een lens- of een bolkop. Deze zorgen voor een egaler ogende afwerking. Lenskoppen hebben een conische, aflopende onderkant. Bolkoppen hebben dat niet en zorgen zo net als platte koppen voor een groter drukvlak.
Schroefpunten
Ook aan de punt kan je schroeven van elkaar onderscheiden:
- Bij de ‘doorsnee’ universele schroeven valt daar weinig over te zeggen. De punt is scherp en de draad loopt over de hele lengte, de klassieke standaard dus.
- Zelfsnijdende schroeven zijn schroeven met minstens één groef aan de punt. Deze groeven zorgen ervoor dat het hout wordt weggesneden voor de schroef grip krijgt. Dit maakt voorboren overbodig.
- Daarnaast heb je ook zelfborende schroeven met een klein boorkopje voor de draad begint. Ook hier is het logischerwijze niet nodig om voor te boren. Deze worden dan meestal gebruikt om door metaal te schroeven.
Tip: gebruik zelfborende en zelfsnijdende schroeven niet in combinatie met een plug, dat zal de plug totaal ruïneren!
Schroefdraad
Draaddoorloop
Je hebt schroeven waar de draad volledig van kop tot teen doorloopt, zoals de universele spaanplaatschroef.
Daarnaast zijn er ook schroeven waar de draad pas verder onder de kop begint. Dit vergemakkelijkt het werk, want bij houtconstructies is het de bedoeling dat de twee delen tegen elkaar worden getrokken. Dat zal sneller gaan bij deze soort. Door op het einde geen draad meer te hebben, gebeurt dat tegen elkaar trekken quasi vanzelf en moet je hier ook niet meer voorboren – wat bij een volledige draad wel nodig is.
Verder heb je ook schroeven waar tussen de kop en het begin van de draad zich freesribben bevinden. Die maken de gemaakte doorgang vrij voor de schacht en nemen de spanning op de schacht van de schroef weg, daardoor kan je met minder energie de schroef indraaien. Dat is vooral handig bij dikkere, grotere schroeven of bij harde houtsoorten.
Grof of niet?
Nog een verschil tussen schroefdraad is hoe grof ze is, bij de ene zal er een dichtere spiraal zijn dan bij de andere schroef. Dat heeft puur te maken met de snelheid van indraaien. Bij een grovere draad gaat je schroef veel sneller in het hout draaien dan bij een dunnere draad.
Voorboren
Wil je splijt voorkomen bij het schroeven, dan moet je voorboren! Daarbij moet je boorgat (A) altijd kleiner zijn dan de schroefdiameter (B).
Om twee houten delen met schroeven te verbinden, boor je het deel waar eerst doorheen wordt geschroefd, altijd een halve tot één millimeter groter voor dan de schroefdiameter.
Het deel waarin geschroefd wordt, moet je dan wel weer kleiner voorboren dan de schroefdiameter. Zo kan de schroefdraad goed grijpen in het hout.
Materiaal
Een schroef is gemaakt uit gehard staal of inox - op enkele hieronder besproken uitzonderingen na.
De stalen schroeven kunnen wit of geel verzinkt gecoat zijn ter verlenging van de levensduur. Tussen de twee is geen wezenlijk verschil in eigenschappen, ze kunnen zowel binnen als buiten gebruikt worden (let buiten wel op voor regen, want deze kunnen roesten). Deze worden dan vooral gebruikt voor zachte houtsoorten.
Daarnaast heb je ook de rvs- of inox-schroeven, iets minder sterk dan stalen schroeven. Deze kunnen wel tegen elke weersomstandigheid. Inox schroeven kun je dan weer beter gebruiken bij harde houtsoorten.
Soorten schroeven
Spaanplaatschroef
De meest gebruikte schroef voor hout en plaatmateriaal is zonder twijfel de spaanplaatschroef, daarom ook wel de universele schroef genoemd.
Deze heeft een dunne schacht, een diepe, scherpe spiraalvormige draad en een zeer scherpe punt. Dat alles zorgt ervoor dat deze schroef zeer gemakkelijk in te brengen is.
MDF-Schroef
De mdf-schroef is smaller dan een spaanplaatschroef en heeft een smallere kop om splijten te voorkomen. De diamantvormige boorpunt zorgt ervoor dat de schroef gemakkelijk haar weg vindt in het mdf zonder dat het gaat splijten. Dat maakt bovendien voorboren overbodig. Een ander voordeel is dat de kop zichzelf verzinkt. Die verzinking kan je dan wegwerken door te plamuren.
Vlonderschroef
Deze schroef is uitermate geschikt voor het aanleggen van houten vloeren. De kleine kop met freesribben verzinkt goed, en door de scherpe punt is de kans op splijten klein. Al blijft het best om toch nog even voor te boren. Deze zijn zeer vaak uit inox vervaardigd.
Gipsplaatschroef
Deze zijn zeer gelijkaardig aan de spaanplaatschroef, maar worden uitsluitend gebruikt voor het aanbrengen van gipsplaten.
Gipsplaatschroeven zijn gefosfateerd, wat roest tegengaat en ook de zwarte kleur ervan verklaart. De kop is ook zo gemaakt dat het papier van gipsplaat niet wordt opengetrokken.
Plaatschroef
Plaatschroeven worden vooral gebruikt bij metalen platen in strips en zijn kort van lengte. Deze hebben een schroefdraad van gehard staal die doorloopt tot onder de kop. De bolle kop heeft een groot contactoppervlak en trekt zo beter de metalen plaat waarin je schroeft, tegen je werkstuk.
Deze schroeven heb je ook in een zelftappende uitvoering. Dat wil zeggen dat ze zelf in het geboorde materiaal schroefdraad snijden wanneer ze worden ingeschroefd.
Houtdraadbout
Dit is een combinatie van een bout en een schroef. De zeshoekige kop maakt het een bout, maar het draad zorgt ervoor dat deze ook onder schroeven geklasseerd wordt, het is namelijk – zoals doorgaans bij houtschroeven – houtdraad.
Bij hout – in combinatie met een plug – geeft deze bout een zeer sterke verbinding voor het verankeren in beton of bij zware houtverbindingen.
Damwandschroef
Hier wordt ook naar verwezen als ‘montageschroef’. Deze heeft een voorgemonteerde EPDM-ring en heeft ook een zelfborende punt (waardoor voorboren niet nodig is).
Deze wordt (net als de golfplaatbout) gebruikt voor golfplaten. De functie van de EPDM-ring is dan ook het waterdichte aspect.
Houtbouwschroef
Houtbouwschroeven of tellerkopschroeven zijn speciaal gemaakt voor dragende houtconstructies of het verbinden van houten balken.
De brede kop ervan zorgt voor een grote draagkracht en een groot klembereik.
Stokschroef
De stokschroef – of afstandsschroef – heeft aan één kant houtdraad en aan de andere kant een metrische draad. Dankzij de schacht zonder draad kan je dan een afstand overbruggen en bijregelen, en uiteindelijk vastschroeven. Deze worden vooral toegepast bij trapleuningen of het ophangen van lavabo's, maar ook bij zonnepanelen worden ze gebruikt.
Je hebt ook afstandsschroeven die langs beide kanten een schroefdraad hebben voor in hout, bijvoorbeeld om een latwerk op te hangen.
Eentoerige schroef
De eentoerige schroef is er een die slechts in één richting kan worden aangedraaid. Zodra deze bevestigd is, kun je ze niet meer terugdraaien zonder schroef en ondergrond definitief te beschadigen.
Deze schroeven worden vooral gebruikt bij de inbraakbeveiliging, omdat potentiële inbrekers de schroeven niet los kunnen draaien.
Schroefoog, -haak en -duim
Naast materialen verbinden, kunnen schroeven ook gebruikt worden om dingen aan op te hangen. Daarvoor worden deze drie varianten gebruikt.
- De schroefhaak is handig om iets aan het plafond te hangen;
- een schroefoog is beter geschikt voor het opspannen van draden;
- als je een klok of schilderij of iets dergelijks aan de muur wilt hangen, kies dan voor een schroefduim.