Deze website maakt, om uw ervaring te kunnen verbeteren, gebruik van cookies. Door deze website te bezoeken gaat u akkoord met het gebruik van deze cookies. Meer informatie.
regelgeving brandladders
Afhankelijk van de situatie dienen deze ladders, kooiladders of vluchtladders te voldoen aan:
- DIN-EN 18799-1 Vaste ladders aan constructies en bouwwerken
- DIN-EN 14094-1 Vaste ladders als vluchtweg
- DIN-EN ISO 14122-4 Vaste ladders als toegangsweg in machines en tot installaties
DIN 18799 Vaste ladders aan constructies en bouwwerken
Vanaf een klimhoogte welke hoger is dan 10 meter, dient de ladder versprongen uitgevoerd te zijn, waarbij iedere sectie niet langer dan 10 meter mag zijn
DIN 14094 Vaste ladders als vluchtweg
Vanaf een klimhoogte welke hoger is dan 10 meter, dient de ladder versprongen uitgevoerd te zijn, waarbij iedere sectie niet langer dan 10 meter mag zijn. Iedere toegang tot de ladder dient uitgevoerd te zijn met een veilig rustplatform zonder risico voor valgevaar.
DIN 14122 Vaste ladders als toegangsweg in machines en tot installaties
Vanaf een klimhoogte welke hoger is dan 10 meter, dient de ladder versprongen uitgevoerd te zijn, waarbij iedere sectie niet langer dan 6 meter mag zijn. Iedere toegang tot de ladder dient uitgevoerd te zijn met een veilig rustplatform zonder risico voor valgevaar. Indien vanaf het dak of bovenzijde van de ladder wordt ingestapt, dan dient aan weerszijden van de ladder een railing aangebracht te zijn met een lengte van 1500mm en een hoogte van 1100mm
Begrippen
Vaste kooiladder met parallele ladderbomen
Ladder, permanent bevestigd aan een gebouw of constructie waarbij de ladder twee lastdragende bomen heeft, met daartussen sporten bevestigd.
Valbeveliging
Overeenkomstig DIN EN 353-1 met vast gemonteerde geleiding.
Kooi
Ruimte waarbinnen de gebruiker zich vrij kan bewegen.
Rustplatform
Oppervlak waarop personen een rustmoment kunnen hebben en welke direct aan of naast de kooiladder aangebracht is en uit één of meerdere delen bestaat.
Inhaakpunt
Plaats waaraan de meegeleidende valbeveiliging overeenkomstig de gebruiksaanwijzing aangehaakt kan worden.
Uithaakpunt
Plaats waaraan de meegeleidende valbeveiliging overeenkomstig de gebruiksaanwijzing afgehaakt kan worden.
Uitstapstaander
Handgreep bij het punt van in- of uitklimmen
Overstap
Plaats waarop men, indien valbeveiliging wordt toegepast, veilig op het gebouw of constructie kan overstappen.
Overstapbordes
Oppervlak waarop men van de ene naar de andere vaste ladder kan overstappen
In- of uithaakpunt
Punt in de geleiding van valbeveiliging waarin de valbeveiliging in- of uitgehaakt kan worden (DIN EN 363)